Jeroen (40) woont samen met zijn vrouw Moniek (38) en twee dochters Laura (15) en Kim (12) in de wijk van de toekomst in Brandevoort. Ze zijn er net komen wonen, maar voelen zich al helemaal thuis.
Jeroen: ‘Het is vrijdagochtend en ik maak me klaar om te gaan werken. Ik heb een webwinkel met duurzame woonaccessoires aan huis. Met een magazijn in de garage om precies te zijn. Terwijl ik mijn winkel open, zorgt Moniek ervoor dat de kinderen ontbeten hebben en klaar zijn om naar school te gaan. Na een goed ontbijt vertrekken de meiden op de fiets naar school. Hun middelbare school bevindt zich in de wijk. Dat vind ik erg prettig. Ze komen onderweg geen enkele auto tegen. Auto’s en andere CO2-uitstotende voertuigen zijn immers niet te vinden hier. Niet alleen goed voor de omgeving, maar ook voor de veiligheid van de kinderen.’
Moniek: ‘Ik werk in Eindhoven. Daar kan ik met mijn elektrische fiets naar toe. Het is in totaal 12 kilometer fietsen, maar die overbrug ik zo dankzij het snelfietspad. Omdat het vandaag regent kies ik toch voor de trein. Dat is geen probleem, want station Brandevoort ligt namelijk maar 500 meter hiervandaan.’
Jeroen: ‘’Rond de middag kom Peter langs, een vriend. Hij heeft nieuwe onderdelen nodig voor zijn auto. Peter woont niet in de buurt en laat zijn auto achter aan de rand van de wijk. Zijn auto staat geparkeerd op een mobiliteitshub. Hij pakt een deelfiets voor de laatste paar honderd meter. Ik babbel wat met Peter en na wat wikken en wegen gaat hij over tot een aankoop. Hij blij, ik blij. Met zijn aankoop op zak vertrekt hij weer op de deelfiets naar de hub.
Als de kinderen om 15.00 uur thuiskomen moet ik boodschappen doen. Ik wil ze eigenlijk niet alleen laten, dus ik shop online en laat de producten afleveren bij een hub. Makkelijk, want die is dag en nacht open via de pakketkluis. Als Moniek straks om 17.15 uur terug is op het station kan ze de boodschappen mooi meenemen. Dan is alles op tijd binnen voor het avondeten.’
Moniek: ‘Na het avondeten gaan de kinderen naar hun sportvereniging. Samen met Kim fiets ik naar de voetbalvereniging in Brandevoort, op nog geen 2 kilometer afstand. Laura fietst zelfstandig naar de hockeyclub. Ze moet 5 kilometer fietsen. Dat heeft weer als voordeel dat ze de warming-up al heeft gedaan als ze aankomt op de club.
Als beide kinderen om 20.30 uur terug zijn, gaan we naar Harry en Tineke, de ouders van Jeroen, die in een dorp wonen. Daarvoor gebruiken we een deelauto. Die hebben we maar sporadisch nodig en onze buurtbewoners ook. Daardoor leven we in een supergroene, veilige en rustige wijk. Onze kinderen kunnen naar hartenlust buitenspelen.
Zou jij hier in de toekomst ook willen wonen?
Ga voor meer info naar:
De manier waarop er in stadsmobiliteit voorzien wordt, heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven van de mensen die in een stad of wijk wonen.
De grenzen van de infrastructuur en de nodige milieumiddelen beginnen in zicht te komen. Nieuwe technologieën zoals automatische voertuigen en nieuwe organisatiestructuren zoals carpoolen bieden mogelijkheden. Samen met de inwoners worden nieuwe mobiliteitsconcepten verkend en worden alternatieven ontwikkeld voor persoonlijk gemotoriseerd vervoer en goederenbezorging.
